Foliumzuur
Wil je zwanger worden, dan is het belangrijk om extra foliumzuur (vitamine B12) te gaan slikken. Dat verkleint de kans op een baby met een ernstige aandoening zoals een open schedel of open ruggetje. Kinderen met een open ruggetje (spina bifida) kunnen zwaar gehandicapt zijn. Uit onderzoek blijkt dat extra foliumzuur ook de kans op schisis verkleint. Dit is een afwijking van het gezicht waarbij er een spleet of groef loopt in de bovenlip (hazenlip), kaak of het gehemelte.
Het is belangrijk om al vòòr de zwangerschap een voorraad foliumzuur op te bouwen. Begin daarom met slikken vier weken voor je stopt met de pil of met een ander voorbehoedmiddel. Slik door tot 8 weken na het begin van de zwangerschap (10 weken na de eerste dag van je laatste menstruatie).
Als het niet gelukt is om op tijd te beginnen met foliumzuur, is het goed om dat alsnog tijdens de zwangerschap te doen.
Je hebt 0,4-0,5 milligram foliumzuur per dag nodig. Foliumzuur is zonder recept verkrijgbaar bij drogist of apotheek. Je kunt ook multivitaminen voor zwangere vrouwen gebruiken. Daar zit ook genoeg foliumzuur in.
Duurt het lang voordat je zwanger bent? Je kunt gerust maanden (of jaren-)lang extra foliumzuur blijven slikken.
Heb je eerder een kind gekregen met een open ruggetje of vergelijkbare aandoening? Of heb jij of je partner zo’n aandoening? Overleg dan vóórdat je zwanger wordt met je verloskundige, huisarts of specialist. Je krijgt dan mogelijk een hogere dosis foliumzuur voorgeschreven, die alleen op recept verkrijgbaar is.
Leeftijd
Je hebt het niet altijd voor het zeggen, wanneer het voor jou mogelijk en wenselijk is om te proberen zwanger te worden. Maar als je de keuze hebt, is het goed om te weten welke invloed je leeftijd heeft.
Op latere leeftijd ben je minder vruchtbaar. Het duurt het langer voor je in verwachting bent. Dat geldt ook als je al eens zwanger bent geweest.
Tot je 30ste is de kans om binnen een jaar zwanger te worden gemiddeld 85 tot 90%. Op je 35ste is dat nog 65%, en op je 38ste is het ongeveer 40%.
Boven de 38 jaar neemt de kans om binnen een jaar zwanger te worden nog verder af.
Ook hebben vrouwen boven de 35 meer gezondheidsproblemen tijdens de zwangerschap. Je hebt dan bijvoorbeeld meer kans op een miskraam. En op een kind met een aandoening zoals het . Ook heb je meer kans op een meerling als je ouder bent.
Voeding
Goede voeding voor en tijdens de zwangerschap is belangrijk. Voor jezelf en voor je (toekomstige) kind.
Je eetpatroon kan van invloed zijn op je vruchtbaarheid. Dat geldt voor mannen en voor vrouwen. Door gezond te eten kan je sneller zwanger worden. Ook verlaagt het de kans op aangeboren afwijkingen en een te laag geboortegewicht van de baby. Ook tijdens de zwangerschap is gezond eten belangrijk.
Gezond eten betekent dat je verschillende soorten voeding binnen krijgt. De zogenaamde schijf van vijf van het voedingscentrum geeft aan hoe je gevarieerd kan eten. Zorg voor voldoende vezels (groente, fruit en volkoren producten), koolhydraten (brood, rijst, aardappelen, pasta), eiwitten (vis, vlees, kaas, eieren en/of vleesvervangers) en zuivelproducten (melk, yoghurt). Als je vegetarisch eet, zorg dan dat je genoeg vitamine B en ijzer binnenkrijgt. Vitamine B zit vooral in volkoren producten, aardappelen, peulvruchten, eieren en zuivel. Genoeg drinken is natuurlijk ook belangrijk (melk, geperst fruit of water)
Als je goed eet is het in principe niet nodig extra vitamines te slikken, behalve foliumzuur. Ook kun je extra vitamine D slikken. Dat is belangrijk voor een goede botopbouw van het ongeboren kind. Vitamine A moet je niet teveel binnen krijgen. Dat kan schadelijk zijn. Vitamine A zit in lever en leverproducten zoals leverworst, paté en Berliner. Je kunt ook multivitamines kopen speciaal voor zwangere vrouwen. Daarin is met al deze adviezen al rekening gehouden.
Gewicht
Als je zwanger wilt worden, is een gezond gewicht belangrijk.
Te zwaar zijn is niet goed, maar te licht ook niet. Het vermindert de vruchtbaarheid en geeft meer kans op problemen tijdens de zwangerschap.
Ben je te zwaar? Door overgewicht worden vrouwen maar ook mannen minder vruchtbaar. Ook hebben te zware vrouwen meer kans op bijvoorbeeld een miskraam, zwangerschapsdiabetes, een te hoge bloeddruk maar ook bloedingen na de bevalling. Hoe zwaarder je bent, hoe groter de risico’s.
Weeg je te weinig? Dan word je minder makkelijker zwanger. Ondergewicht kan de eisprong remmen en daardoor je menstruatiecyclus verstoren.
Tijdens de zwangerschap kan het problemen geven als bloedarmoede, veel overgeven, te hoge bloeddruk en stemmingswisselingen. Ook is er meer kans op een miskraam, problemen met de groei van de ongeboren baby en op een vroeggeboorte. Anorexia kan zelfs de oorzaak zijn van het overlijden van een kind tijdens of na de bevalling.
Probeer op een gezond gewicht te komen voordat je zwanger raakt.
Dan is er een goede basis voor jou en de baby. Bovendien is afvallen tijdens de zwangerschap niet goed. Dan krijgen je kind en jij mogelijk te weinig noodzakelijke voedingsstoffen binnen.
Weet je niet of je gewicht goed is?
Met de Body Mass Index (BMI) kan je berekenen of je gewicht bij je lengte past (BMI calculator). Een BMI van minder dan 18,5 wijst op ondergewicht. Tussen de 25 en de 30 is er sprake van overgewicht, en boven de 30 van ernstig overgewicht (obesitas).
Heb je anorexia of ernstig overgewicht, bespreek dit dan met een verloskundige, je huisarts of specialist. Zij kunnen je helpen het probleem aan te pakken voordat je zwanger bent.
Alcohol
De meeste mensen weten dat alcohol tijdens de zwangerschap niet goed is voor de ongeboren baby. Maar ook in de fase voordat je zwanger wordt, heeft alcohol invloed. Niet alleen bij de vrouw, maar ook bij de man.
Een vrouw die regelmatig alcohol drinkt, heeft minder kans om zwanger te worden. Ook mannen worden er minder vruchtbaar van. Door alcohol kan het aantal zaadcellen en de beweeglijkheid ervan afnemen. Ook hebben zij meer afwijkende zaadcellen. Alcohol drinken vóór de zwangerschap geeft ook een meer kans op een miskraam. Hoe meer je drinkt, hoe groter de risico’s.
Zodra je gestopt bent met voorbehoedsmiddelen, kun je al zwanger zijn. Ook zonder dat je het weet. Ook daarom is het in die periode af te raden om alcohol te gebruiken. Tijdens de eerste weken van de zwangerschap kan alcohol afwijkingen veroorzaken bij het kind.
Ook later in de zwangerschap zijn er risico’s omdat het kind de alcohol ook binnenkrijgt. Je kind kan daardoor bijvoorbeeld achterblijven in groei en leer- en gedragsproblemen krijgen. Vrouwen die veel drinken, kunnen een kind krijgen met het Foetaal Alcohol Syndroom. Dit is een ernstige en ongeneeslijke aandoening. Via je arts of verloskundige, kun je hulp vragen bij het stoppen met drinken.
Roken
Rook jij of rookt je partner, en wil je graag zwanger worden? Roken maakt mannen en vrouwen minder vruchtbaar. En als je al zwanger bent (soms nog zonder het te weten) dan heeft roken een slecht effect op de ontwikkeling van je ongeboren kind. Ook meeroken is niet goed.
Vrouwen die roken worden gemiddeld minder snel zwanger dan vrouwen die niet roken. Ook mannen worden van roken minder vruchtbaar. Zij maken minder spermacellen aan en hebben ook meer afwijkende spermacellen.
Als je tijdens de zwangerschap rookt, is er kans op schade aan de placenta (moederkoek). Hierdoor krijgt het ongeboren kind minder zuurstof en voedingsstoffen. Daardoor vertraagt de groei. Hoe lichter het kind, hoe groter de kans dat het overlijdt. Bovendien geeft roken meer kans op een miskraam, een vroeggeboorte, het loslaten van de placenta en een kind met een lipspleet en/of verhemeltespleet (schisis)of een klompvoet. Ook is er meer kans op wiegendood na de geboorte.
Drugs
Als je zwanger wilt worden, zijn drugs erg schadelijk. Drugs maken mannen en vrouwen minder vruchtbaar. Daarnaast is drugsgebruik slecht voor de zwangerschap en de baby. Het beste is om allebei te stoppen met het gebruiken van drugs vóórdat je zwanger probeert te worden.
Drugs hebben invloed op de vruchtbaarheid. Mannen die veel hasj of wiet roken, maken bijvoorbeeld minder zaadcellen aan. Het duurt 2 tot 3 maanden voordat ze weer normale hoeveelheden zaadcellen hebben. Cocaïne en heroïne remmen de aanmaak van zaadcellen aan en kunnen impotentie veroorzaken.
Bij vrouwen kan hasj of wiet, cocaïne en heroïne de eisprong verstoren. Van heroïne kunnen vrouwen tijdelijk of blijvend onvruchtbaar worden.
Drugsgebruik is ook slecht voor de zwangerschap en de (ongeboren) baby. Het veroorzaakt groei en ontwikkelingsachterstanden en verhoogt de kans op aandoeningen bij de baby. Ook kan drugsgebruik van de vrouw miskramen, vroeggeboortes en overlijden van het kind tot gevolg hebben.
Koffie
In koffie zit veel cafeïne. Cafeïne kan van invloed zijn op je vruchtbaarheid.
Als je teveel cafeïne binnen krijgt, kan het langer duren voor je zwanger bent.
Beperk daarom het aantal kopjes koffie tot maximaal drie tot vier per dag.
Je kunt ook cafeïnevrije koffie drinken.
Cafeïne zit ook in cola en veel soorten thee.
In een kopje thee of een groot glas cola zit ongeveer de helft van de cafeïne die in een kopje koffie zit. Drink hier dus ook niet teveel van.
Je kunt natuurlijk wel overstappen op cafeïnevrije cola of kruidenthee.
Werk
Je werk kan invloed hebben op je gezondheid. Als je onder grote spanning staat, kan dat invloed hebben op je vruchtbaarheid. Maar ook als jij of je partner bijvoorbeeld met straling of schadelijke stoffen werken, is dat soms niet goed voor jullie vruchtbaarheid of voor de gezondheid van de (toekomstige) baby.
Herken je dit en wil je zwanger worden, bespreek dit dan met je bedrijfsarts. Heb je geen bedrijfsarts? Dan kun je ook naar je huisarts, verloskundige of gynaecoloog of je werkgever.
Stress
Spanning hoort bij het leven. Maar teveel stress kan invloed hebben op je gezondheid. Het kan zijn dat de menstruatiecyclus erdoor verandert en dat er geen eisprong komt. Dan raak je moeilijker zwanger.
Als je veel zorgen hebt, probeer daar dan iets aan te doen. Kom je er niet alleen uit, praat er dan over met een vertrouwde vriend(in) of familielid. Of neem contact op met je huisarts. Hij of zij kan je ook verwijzen naar een maatschappelijk werker of psycholoog.
Sommige mensen worden erg zenuwachtig als het niet lukt om snel zwanger te worden. Realiseer je dat het heel normaal is om niet meteen zwanger te zijn. De meeste vrouwen zijn binnen een jaar zwanger maar bij sommigen (20%) duurt het langer. Maak je niet te snel zorgen. Probeer vrijen leuk te houden en maak er niet te veel een verplichting van.
Sport en beweging
Bewegen en sporten is gezond. Ook als je zwanger wilt worden. Het advies is om minstens een half uur per dag te bewegen. Ook wandelen, fietsen, stofzuigen en traplopen zijn een vorm van bewegen.
De meeste sporten kun je gewoon blijven doen. Heel fanatiek sporten is iets anders. Vrouwen die bijvoorbeeld aan topsport doen of marathons lopen, menstrueren soms niet of ze hebben geen eisprong. Dan is er meer kans op vruchtbaarheidsproblemen.
Ook tijdens de zwangerschap is fanatiek sporten niet altijd goed.
Als je zwanger wilt worden (of al bent) kun je beter wat rustiger aan te doen. Je kan hier ook advies over vragen aan je arts of verloskundige.
Sauna
Hete baden en sauna’s kunnen schadelijk zijn voor de mannelijke vruchtbaarheid. Door extreme hitte kan de kwaliteit van het zaad afnemen.
Voor zwangere vrouwen is het ook beter om hoge temperaturen te vermijden. Die kunnen slecht zijn voor het ongeboren kind. En als je gestopt bent met voorbehoedsmiddelen, zou je al zwanger kunnen zijn zonder dat je het weet. Als die kans bestaat, is het verstandig om niet naar de sauna te gaan of niet te lang en niet te heet te baden.
Geslachtziektes en HIV/Aids
Heb jij een geslachtsziekte zoals gonorroe, syfilis, herpes genitalis, chlamydia en trichomonas? Dan is het verstandig je te laten behandelen voor je zwanger wordt. Vraag ook je partner of hij zich wil laten onderzoeken en eventueel behandelen. Anders kun je opnieuw besmet raken. Geslachtsziekten (SOA’s) kunnen de zwangerschap en ongeboren baby schaden.
Ook het HIV-virus kan invloed hebben op de zwangerschap. En je kunt de baby besmetten. Dat kan tijdens de zwangerschap. Maar de kans is groter dat dit tijdens de bevalling gebeurt. Het is dus belangrijk dat de moeder begint of doorgaat met de anti-virus medicijnen.
Neem altijd contact op met je huisarts of specialist als je HIV-positief bent en zwanger wil worden. Dan kun je ook bespreken welke medicijnen je vóór en tijdens de zwangerschap kunt gebruiken.
Medicijnen
Als je zwanger probeert te worden, wees dan voorzichtig met medicijnen. Sommige medicijnen en behandelingen zijn slecht voor de vruchtbaarheid en/of voor het ongeboren kind.
Neem alleen medicijnen die door de dokter zijn voorgeschreven. En laat het je huisarts en apotheek weten dat je zwanger probeert te worden. Dan kunnen zij er rekening mee houden als ze iets voorschrijven.
Overleg met je huisarts (of verloskundige) als je medicijnen gebruikt. Zij weten welke medicijnen schadelijk zijn en welke niet. Soms kan de arts de dosis verminderen of veranderen.
Ook medicijnen die je zonder recept kunt krijgen, zijn niet altijd onschuldig. Bijvoorbeeld Ibuprofen of sommige alternatieve middelen. Gebruik ze zo weinig mogelijk. Controleer in de bijsluiter of je ze mag gebruiken of overleg met de apotheker. Je kunt ook de huisarts advies vragen.
Inentingen
Als je zwanger wilt worden, wees dan voorzichtig met inentingen. Vooral rond de bevruchting en in de eerste drie maanden van de zwangerschap is je ongeboren kind erg kwetsbaar.
Vertel altijd bij inentingen dat je zwanger probeert te worden of bent.
Sommige vaccinaties mogen niet tijdens de zwangerschap gegeven worden. Andere vaccinaties kunnen geen kwaad. Bijvoorbeeld vaccinaties tegen DTP (difterie, tetanus en polio), tyfus en hepatitis A (besmettelijke geelzucht).
Je huisarts of de GGD-arts kan er meer over vertellen.
Heb je een kinderwens en weet dat je naar een land gaat waarvoor inentingen nodig zijn? Laat je dan inenten ruim vóórdat je zwanger bent (kunt zijn). Dat is veiliger dan wanneer je al zwanger bent.
Als je zwanger bent, kun je beter niet naar gebieden gaan waar malaria of gele koorts heerst. Ook de medicijnen tegen deze ziektes zijn niet altijd veilig tijdens de zwangerschap. Wil of moet je toch naar een malariagebied, overleg dan met je huisarts.
Voor sommige landen zijn inentingen verplicht. Als de kans op een ziekte heel erg klein is, kun je het tropencentrum of de GGD vragen om een verklaring waarin staat dat je niet besmet bent. Daarmee voorkom je een mogelijk schadelijke inenting in het land waar je naartoe gaat.
Erfelijke aandoeningen
Misschien weet je of er bepaalde ziekten of aandoeningen voorkomen in jouw familie of in die van je partner. Je kunt proberen hier meer over te weten te komen bij je ouders, broers, zussen, ooms of tantes. Sommige van die ziektes zijn namelijk erfelijk en kun je doorgeven aan je kind. Ook miskramen en doodgeboortes kunnen te maken hebben met erfelijkheid.
Heb je het idee dat er een erfelijke aandoening voorkomt in een van jullie families? Bespreek dit dan met een arts of een verloskundige voordat je zwanger bent. Dan is er nog tijd om onderzoek te laten doen en voorlichting te krijgen.
Als jij en de aanstaande vader (verre) familie van elkaar zijn (bijvoorbeeld neef en nicht) loop je meer risico op een kind met een aangeboren ziekte. Bespreek dit ook van tevoren met je arts of verloskundige. Ben je afkomstig uit Marokko of Turkije, het Midden-Oosten, Afrika, Suriname, de Antillen en het Caribische gebied, Afrika of Azië? Dan loopt je (toekomstige) kind meer risico op erfelijke bloedarmoede. Je kunt hier drager van zijn, zonder dat je het merkt. Over de hele wereld komt dragerschap van erfelijke bloedarmoede voor bij 1 op de 20 mensen (5%). De meest voorkomende vormen van erfelijke bloedarmoede zijn sikkelcelanemie en thalassemie. Als je partner en jij allebei drager zijn, kan je kind sikkelcelziekte of thalassemie krijgen. Bespreek dit ook met je arts of verloskundige. Dragerschap kan van tevoren onderzocht worden.
Chronische ziekten
Heb jij een chronische ziekte? Bijvoorbeeld diabetes type 1 of diabetes type 2, epilepsie of reuma? Je kunt dan gewoon zwanger worden.
Wel is het goed om vooraf met een aantal dingen rekening te houden. Bespreek dit voor je zwanger kunt raken met een verloskundige, arts of specialist. Er is dan meer tijd voor voorlichting en het maken van keuzes.
Je aandoening kan soms van invloed zijn op je zwangerschap en je ongeboren kind. Ook medicijnen die je misschien gebruikt kunnen invloed hebben. Sommige chronische ziekten zijn erfelijk. Misschien heb je daar vragen over. Deze kan je met de huisarts of specialist bespreken. Hij of zij kan je als het nodig is verwijzen voor advies over of onderzoek naar erfelijkheid.
Vorige zwangerschap
Soms is een eerdere zwangerschap niet zonder problemen verlopen. Bijvoorbeeld omdat je twee of meer miskramen hebt gehad of zwangerschapsvergiftiging. Of je kind werd te vroeg geboren of heeft een aandoening.
Dit soort problemen kunnen ook voor een eventuele nieuwe zwangerschap een risico zijn. Bespreek het daarom op tijd met een verloskundige of je huisarts. als je weer zwanger wilt worden. Soms is behandeling mogelijk en kun je problemen voorkomen. Ook kan soms worden onderzocht of bepaalde aandoeningen erfelijk zijn.