Een zwangere werkneemster heeft recht op minstens 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Hoe lang de verlofperiode duurt, is afhankelijk van de datum waarop haar baby wordt geboren.
- Recht op zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
- Duur van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
- Inkomen en vakantiedagen
- Ziekte en ontslag
- Recht op zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
Een vrouw heeft recht op zwangerschapsverlof en bevallingsverlof als ze een arbeidsovereenkomst heeft en zwanger is. Vrouwelijke zelfstandig ondernemers hebben recht op een uitkering van ten minste 16 weken tijdens en na de zwangerschap. Deze uitkering heet de Zelfstandig en Zwanger-regeling (ZEZ). Ook vrouwen die werkloos zijn hebben recht op zwangerschapsverlof en bevallingsverlof.
Duur van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
De duur van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof bestaat uit 2 perioden:
Het zwangerschapsverlof duurt 6 weken. Dit verlof kan ook nog doorlopen na de bevalling. Het bevallingsverlof duurt 10 weken. Als het kind later wordt geboren dan verwacht, kan deze periode langer duren. De zwangere werkneemster vraagt het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof aan bij de werkgever. Dat moet minimaal 3 weken voor de gewenste ingangsdatum van het verlof gebeuren.
Inkomen en vakantiedagen
De werkneemster ontvangt gedurende het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof een uitkering ter hoogte van 100% van haar salaris. Doorgaans betaalt de uitvoeringsinstelling de uitkering aan de werkgever, zodat deze het loon kan doorbetalen. Er geldt wel een maximum dagloon.
Een werkneemster bouwt tijdens haar verlof gewoon vakantiedagen op. Een werkgever mag haar niet vragen het verlof te compenseren met vakantiedagen.
In de wet is er niets geregeld over het samenvallen van zwangerschapsverlof en bevallingsverlof met een binnen een sector of bedrijf vastgestelde collectieve vakantie (zoals in de bouw of het onderwijs).
Ziekte en ontslag
De hoogte van de ziektewetuitkering van een zwangere vrouw is afhankelijk van het moment dat zij ziek wordt. De hoogte van de uitkering is ook afhankelijk van de vraag of de ziekte door de zwangerschap wordt veroorzaakt of niet.
Een zwangere werkneemster kan niet ontslagen worden als ze zwanger is. Ook tijdens het verlof en de eerste 6 weken na het bevallingsverlof mag ze niet worden ontslagen. Alleen in speciale gevallen is ontslag mogelijk.
Daarnaast mag zwangerschap nooit een reden zijn om:
een kandidaat af te wijzen tijdens een sollicitatie. Zij hoeft in een sollicitatiegesprek niet te zeggen dat ze zwanger is; een werkneemster te ontslaan tijdens haar proeftijd; het contract van een werkneemster niet te verlengen.